Ik wilde een keizer worden
maar ik kon de zachtheid
van de perzik niet vergeten
en bleef een heel jong kind.
Ik ook heb dagelijks de witte
halzen van de angst gezien,
de harde handen van het licht gevreesd.
Ik kon de volle stilte
van de vissen niet vergeten
en werd een heel oud kind.
Nu heb ik mijn voorhoofd
met droomkleur beschilderd.
Dag in dag uit ben ik uw
vreemdeling.
Ik rook een vredespijp.
Paul Snoek
Geen opmerkingen:
Een reactie posten