Ik zie haar klein geworden schreden in de verte;
nog een kwartier en zij is aan de wateren;
ik kan het nu niet meer beletten.
Dwalende zal ik haar nagaan als de verten
haar hebben ingeademd uit mijn oogen;
de weg ligt van een heengaan overtogen;
wij zagen
het
onzichtbaar wenken.
Gerrit Achterberg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten